De Kitades runnen een slagerij in Kaizuka City buiten Osaka, waar ze vee fokken en slachten om het vlees in hun winkel te verkopen. De zevende generatie van hun familiebedrijf, ze zijn afstammelingen van het buraku-volk, een sociale minderheid die is overgebleven van het kastensysteem dat in de 19e eeuw werd afgeschaft en nog steeds wordt gediscrimineerd. Terwijl de Kitades gedwongen worden de moeilijke beslissing te nemen om hun slachthuis te sluiten, is de vraag die in de film wordt gesteld of dit ook zal leiden tot de deconstructie van de vooroordelen die hen worden opgelegd. Hoewel Aya Hanabusa in de eerste plaats het proces van hun werk tot in de kleinste details documenteert, gaat ze ook in op de deelname van de Kitades aan de buraku-bevrijdingsbeweging.